Het ontstaansproces van Vonk

Vonk kortverhalenbundel

Vonk heeft een hele weg afgelegd, ik heb een hele weg afgelegd. Soms beginnen we aan iets met een bepaald doel en verandert het verhaal gaandeweg van vorm en nemen we zijpaadjes.

Het begon zo'n vijftien jaar geleden. Ik schreef een paar kortverhalen, waaronder 'Het hoofd'. I was on a roll. Ik deed mee aan wat wedstrijden, ik had toen zelfs een gesprek met een uitgeverij, maar ze wouden een roman. En dat kon ik hen niet geven. Ik wou een kortverhalenbundel maken, met alle kleurrijke personages die ik in mijn hoofd had. Dus kwam er geen vervolggesprek.

Er was wel één langer verhaal dat in mijn hoofd een eigen leven begon te leiden en ik besloot het uit te werken. Het ging over een ontmoeting tussen twee mensen die een hele nacht lang babbelden tot er iets hen uit elkaar haalt (ik blijf lekker vaag hihi). Hoe meer ik eraan schreef, hoe meer ik echter zin kreeg om er beelden bij te maken. En zo ontstond Louise, het personage uit dat grote verhaal, ze kwam tot leven en ging een eigen leven leiden. Ik leerde tekenen, ging naar de avondles Beeldverhaal en illustratie, verzon stripjes met haar, ze werd een beetje mijn alter-ego. Ik leerde echt tekenen puur om haar verhaal te kunnen vertellen. Want ik had een nieuwe grote droom: geen boek, maar een graphic novel maken van dat ene lange verhaal. Ik werkte er hard aan, jarenlang, ik nam zelfs drie maanden onbetaald vakantie om eraan te werken. Ik heb hier nog stapels en stapels liggen met schetsen en uitgewerkte pagina's van die novel. Ik geloofde er helemaal in. Dacht ik. Eén striptekenaar aan wie ik mijn verhaal voorlegde was genoeg (hij 'zag het niet helemaal') om er de brui aan te geven. Ik was op. Het was te veel werk, ik gaf het op.

Nu besef ik dat ik niet opgaf, maar dat ik evolueerde. Ik doorliep een zoektocht. Een zoektocht naar de juiste vorm, het juiste medium waarin ik me goed voel. Ik ging anders tekenen, mijn stijl veranderde, verbeterde. Werd vrouwelijker, ronder, meer 'me'. De focus lag al die jaren echt volledig op illustratie en minder op tekst. Tot ik het schrijven een paar jaar voor de lockdown opnieuw oppikte en er pas echt verliefd op werd. Ik volgde wat cursussen om mezelf te motiveren om te schrijven. En ik schreef weer opnieuw wat ik het liefst schrijf: kortverhalen. Ik schreef veel. Ik had me voorgenomen om honderd verhalen te schrijven, gewoon voor de fun, om te zien wat eruit zou voortvloeien. En ik maakte er spontaan illustraties bij. Woord en beeld verenigd zoals ik dat zo graag heb. Tijdens de eerste lockdown stopte ik verhalen bij mensen in Gent in de bus, als een soort troost en ik kreeg er veel mooie reacties op. Dat was de push die ik nodig had om Vonk samen te stellen. Daar en dan.

Mijn eerste versie liet ik lezen aan mijn heuse eigenste lezersteam, samengesteld uit drie vrienden en twee kennissen. Met een bang hartje voor hun commentaar en rode balpen. Ze gaven feedback, haalden hun favorieten aan en hielpen met de selectie. Zo bracht ik het aantal verhalen uiteindelijk van een honderdtal naar 27. Ik herwerkte de illustraties meermaals tot ze een geheel gingen vormen.

In 2021 stuurde ik mijn bundel op naar een tiental uitgeverijen bij wie ik mezelf zag passen, maar ik kreeg geen reactie. De drang om de bundel zelf uit te geven, kwam er op het einde van het jaar. De organisatie Dichter bracht één van mijn kortverhalen, Dronken, uit in een boekje en ik vond het zo mooi uitgegeven, dat de klik er kwam: Vonk moet er komen.

Voor mij vielen echt alle puzzelstukjes op hun plaats toen Jen van het communicatiebureau Canada (ook van Dichter) Vonk in een mooie vormgeving goot. Het was alsof mijn bundel dan helemaal tot leven kwam, in het juiste daglicht tot zijn recht kwam. Jen voelde me helemaal juist aan. Ze koos intuïtief de juiste kleuren, lettertypes, regelafstand, quotes, alsof ze had ingetuned op mijn hart. Echt heel bijzonder.

Vonk heeft een hele weg afgelegd, ik heb een hele weg afgelegd. Soms beginnen we aan iets met een bepaald doel en verandert het verhaal gaandeweg van vorm en nemen we zijpaadjes. Als je middenin het proces zit, is er vaak frustratie, omdat iets niet lukt, je dingen niet afwerkt. Mijn graphic novel niet afwerken bijvoorbeeld, is nog altijd een pijnpunt. Maar als je kan uitzoemen, zoals ik nu jaren later, dan weet je dat het zo is moeten lopen. Dat ik eerst moest leren tekenen om woord en beeld te kunnen samenvoegen. En wat ik hierna ga maken, is wellicht weer iets anders. Al heb ik in kortverhalen toch echt wel de liefde gevonden. Ik hou van het vluchtige, het diep graven en dan loslaten. De zoektocht heeft me alvast dichter bij mezelf gebracht en gezorgd dat Vonk echt heel persoonlijk en echt 'ik' is geworden. En die graphic novel, die maak ik misschien nog wel eens. In een heel andere vorm misschien.

Benieuwd? Lees de eerste twee verhalen hier bij inkijkexemplaar (of koop ‘m meteen, dat mag ook natuurlijk).

Previous
Previous

Magisch realisme is my jam

Next
Next

Bijzondere madammen: Annelies Gilbos